De drakenfruitplant verbergt een botanisch geheim waar tuiniers dol op zijn

Exotische vruchten liggen helemaal in de belangstelling en drakenfruit springt er echt uit. Deze vrucht, ook wel pitaya genoemd, komt uit Midden-Amerika en heeft zowel tuinliefhebbers als kookliefhebbers over de hele wereld weten te bekoren. Met zijn bijzondere look en voedzame eigenschappen biedt drakenfruit niet alleen een lust voor het oog, maar ook een flinke dosis gezondheidsvoordelen.
Hoe we de drakenfruitplant leerden kennen
Drakenfruit komt van verschillende cactussen uit de geslachten Hylocereus en Selenicereus. Deze tropische planten hebben doornige, sappige stengels die in staat zijn om water op te slaan – perfect voor droge omgevingen. Wat deze plant zo bijzonder maakt, is niet alleen de unieke uitstraling, maar ook zijn vermogen om te groeien in uitdagende omstandigheden.
De verschillende soorten drakenfruit zijn net zo interessant als de plant zelf. Zo geeft Hylocereus undatus wit vruchtvlees met kleine zwarte zaadjes en een zoete, milde smaak. Dan is er Hylocereus costaricensis, die een knallende rode pulp heeft en een rijkere, zoetere smaak biedt. En als je iets nieuws wilt proberen, is er Hylocereus megalanthus met zijn heldergele schil en extra zoete smaak.
Waar drakenfruit lekker groeit
Drakenfruit doet het het best in de volle zon, maar verdragen ook wat schaduw. De ideale temperatuur om te groeien ligt rond 18°C en 29°C, al kan de plant korte periodes tot 0°C doorstaan. Bij binnenshuis is een raam op het zuiden ideaal, en buiten is het prettig als de plant op een beschutte plek staat met een stevige steun zodat hij niet omwaaien.
Wat de bodem betreft, geniet drakenfruit van goed doorlatende grond, licht zure grond. Een mix van zand, compost en organisch materiaal zorgt ervoor dat de wortels niet gaan rotten. Geef de plant matig water door de grond tussen gietbeurten te laten opdrogen, maar tijdens de bloei en als de vrucht zich vormt, mag je net iets vaker water geven.
Nieuwe drakenfruitplanten kweken
Er zijn twee manieren om drakenfruitplanten te vermeerderen: via zaden of stekken. Bij de zaadmethode haal je de zaden uit een verse drakenvrucht, spoel je ze af en laat je ze drogen. Vervolgens zaai je ze in een pot met vochtig grondmengsel. Meestal zie je de eerste tekenen van groei al binnen twee weken.
Bij het vermeerderen via stekken kies je een gezond stengeltje van ongeveer 30 cm lang. Laat dit eerst drogen tot er een eeltlaag ontstaat en plant het daarna in goed doorlatende grond. Met wat spaarzaam water geven ontwikkelt het stekje binnen één tot twee maanden wortels.
Bloemen, vruchten en ongedierte
De drakenfruitplant produceert ‘s nachts grote bloemen die vaak door motten en vleermuizen worden bestoven. Na zo’n zes tot acht maanden begint hij te bloeien en na ongeveer 30-50 dagen na de bestuiving ontstaat het vruchtvlees. Heb je last van bladluizen? Dan kun je kiezen voor natuurlijke vijanden of inzetten op insectenzepen. Zorg er ook voor dat de grond goed doorlatend is, zodat wortelrot geen kans krijgt.
Oogsten, bewaren en lekker toepassen
Je weet dat het drakenfruit rijp is als de schil gelijkmatig van kleur verandert. Pluk de vrucht dan en bewaar ‘m een paar dagen op kamertemperatuur of tot twee weken in de koelkast. Als je het langer wilt bewaren, kun je het fruit schillen, in stukjes snijden en invriezen.
Drakenfruit zit boordevol vitamine C, B-vitamines, ijzer, magnesium en vezels en heeft ook nog eens weinig calorieën. Het is dus een toffe aanvulling in smoothies, salades of desserts, vooral in combinatie met andere tropische vruchten zoals mango’s, ananassen en kiwi’s.
Met zijn bescheiden waterbehoefte past drakenfruit perfect in vormen van tuinieren die werken in verschillende klimaten. Door organische mulch en compost te gebruiken, stimuleer je een gezonde mix van planten en dieren. Zo maak je van deze exotische cactus niet alleen een eyecatcher in de tuin, maar werk je ook mee aan landbouwmethoden die goed zijn voor de toekomst.